Toetsvormen

Toetsvormen

Afhankelijk van de opleiding en de wensen van de opdrachtgever hanteert Exapol verschillende toetsvormen.

Bij theoretische examens wordt veelal getoetst met behulp van de computer. Uitgangspunt bij de samenstelling van een examen is dat de kennis en vaardigheden die als exameneisen zijn geformuleerd, zo veel mogelijk worden getoetst in relatie tot de werkpraktijk.

Soms betekent dat, dat de examenkandidaat naast een meer kennis en begrip gerelateerd examendeel, ook een casus moet uitwerken gebaseerd op een praktijksituatie.

Het onderdeel ‘kennis en begrip’ kan bestaan uit gesloten vragen:

  • meerkeuzen, waarbij één of meerdere keuzen goed kunnen zijn
  • vragen waarbij de kandidaat een woord of getal moet invullen
  • sleepvragen waarbij de kandidaat een woord of afbeelding naar een bepaalde plek moet slepen
  • ook kan eerst een filmpje worden getoond waarna de kandidaat het juiste antwoord uit een aantal mogelijkheden moet kiezen.

Bij een casus ontleend aan de beroepspraktijk moet de kandidaat een aantal vragen uitwerken. In sommige gevallen is het toegestaan dat de kandidaat, om zoveel mogelijk de eigen werksituatie na te bootsen, ook gebruik maakt van open bronnen.

Bij vaardigheids- of praktijkexamens moet de kandidaat demonstreren dat hij/zij de vereiste vaardigheden in voldoende mate beheerst. Afhankelijk van het soort examen kan dit worden afgenomen met medewerking van een professionele acteur.

Afhankelijk van de opleiding en de wensen van de opdrachtgever hanteert Exapol verschillende toetsvormen.

Bij theoretische examens wordt veelal getoetst met behulp van de computer. Uitgangspunt bij de samenstelling van een examen is dat de kennis en vaardigheden die als exameneisen zijn geformuleerd, zo veel mogelijk worden getoetst in relatie tot de werkpraktijk.

Soms betekent dat, dat de examenkandidaat naast een meer kennis en begrip gerelateerd examendeel, ook een casus moet uitwerken gebaseerd op een praktijksituatie.

Het onderdeel ‘kennis en begrip’ kan bestaan uit gesloten vragen:

  • meerkeuzen, waarbij één of meerdere keuzen goed kunnen zijn
  • vragen waarbij de kandidaat een woord of getal moet invullen
  • sleepvragen waarbij de kandidaat een woord of afbeelding naar een bepaalde plek moet slepen
  • ook kan eerst een filmpje worden getoond waarna de kandidaat het juiste antwoord uit een aantal mogelijkheden moet kiezen.

Bij een casus ontleend aan de beroepspraktijk moet de kandidaat een aantal vragen uitwerken. In sommige gevallen is het toegestaan dat de kandidaat, om zoveel mogelijk de eigen werksituatie na te bootsen, ook gebruik maakt van open bronnen.

Bij vaardigheids- of praktijkexamens moet de kandidaat demonstreren dat hij/zij de vereiste vaardigheden in voldoende mate beheerst. Afhankelijk van het soort examen kan dit worden afgenomen met medewerking van een professionele acteur.